Week 37 van de voorbereiding - jacobsfietsroute

 De generale repetitie of laatste trainingsrit met volle bepakking is geweest. Volgend jaar wil ik via de NAP-route Nederland verlaten. Dat zou betekenen dat ik het deel Haarlem-Breda van de officiële St. Jacobsfietsroute niet zou fietsen. Dat vond ik jammer. Ik heb het daarom met de aan, - en afvoerritten gecombineerd tot een 5-daagse trainingsrit. Zoveel mogelijk geleefd alsof ik al op weg was naar Santiago. Voordat ik jullie meeneem op mijn tocht kan ik wel verklappen dat ik tevreden ben. De generale repetitie is naar wens verlopen.


Om vanuit mijn woonplaats de startplaats Haarlem te bereiken is een route door de Flevopolder het handigst. De laatste keer dat ik door de polder reed stonden de tulpen in volle bloei en reed ik langs de oostkant. Nu reed ik via de westkant naar mijn eerste slaapplaats in Almere. De vraag is natuurlijk wel of ze speciaal voor mij de startvlag in Blokzijl hadden laten hangen. Ik zal het nooit weten, maar ik heb natuurlijk wel de kans gegrepen. Langs Vollenhove, Ens, Schokland en Nagele rij ik naar de Ketelbrug. 


De eerste serieuze beklimming in ons vlakke landje. Nadat ik de brug gepasseerd ben draai ik een rondje om onder de brug door te rijden naar de buitenkant van de dijk. Daar begon de eerste deel van de ‘hel’ van de Flevopolder. Links een kale dijk en rechts het IJsselmeer. Zon van boven en bijna geen wind. Op zich was de temperatuur niet hoog maar de zon brandde behoorlijk op mij. Tempo aangepast en zo ben ik richting Lelystad gereden. Na Lelystad krijg je een vergelijkbaar stuk maar dan boven op de dijk. Voordat de A6 helemaal klaar was reed ik dit stuk met mijn vader in de auto. Nu rij ik hem zelf op de fiets. Dingen kunnen veranderen.


De ontvangst op camping Waterhout in Almere was heerlijk. Niks moeilijk doen over vaste plekken voor trekkers zoals ik. De buitenste rand is bijna in zijn geheel beschikbaar voor een nachtje slapen. Je hebt dan overigens geen elektriciteit, maar dat heb ik de meeste dagen niet nodig. Voor het opladen van de telefoon heb ik nu een goede powerbank in gebruik.

De middag verder gebruikt om de camping te bekijken en genoten van een pilsje dat mij spontaan door echtpaar werd aangeboden. Ja een pilsje. Dat is normaal niet mijn favoriete drankje, maar na een behoorlijke hoeveelheid zon en dus ook zweten gaat hij er wel in. Daarnaast vind ik het gewoon lief dat mensen die je niet kent, maar waarvan je alleen de hond aait, je spontaan een drankje aanbieden.

De eerste nacht was niet geweldig. Natuurlijk moest ik weer wennen aan slapen op een matje. Daarnaast vonden een aantal mensen het ’s nachts nodig om met een boot, die veel herrie maakte, langs te varen en plasticflessen gevuld met water uit het meer naar de wal te gooien. Eentje kwam gevaarlijk dicht bij mijn tent te terecht. Het bleef gelukkig bij één ‘aanval’, maar je ligt niet echt lekker meer.


Op dag 2 liep de route in grote lijnen vanuit Almere via Amsterdam naar Haarlem en dan linksaf naar Leiden. Allereerst moest ik via de knooppunten Almere verlaten. Dat verliep eigenlijk zonder problemen. Als verrassing fietste ik tegen het Klokhuis-huis aan. Dit gebouw is gemaakt in 2011 als herinnering aan het 20-jarige bestaan van het Tv-programma Het Klokhuis. Heerlijk zoetsappig.

Bij het verlaten van de Flevopolder had ik de tweede serieuze beklimming. Dit keer over de Hollandse brug. Als je de brug over bent dan sla je rechts af en even daarna heb je uitzicht op het mooie Muiderslot. Vaak rij ik hierlangs op een 8-baans snelweg richting Amsterdam of Schiphol.  Nu fiets ik over een smal dijkje. Dat laatste vind ik toch beter.  


De volgende uitdaging staat voor de deur. De stad Amsterdam. Voor het eerst door een grote stad met een fietskarretje. Ik was er een beetje bang voor of het wel goed zou gaan. Uiteindelijk ging het heel gemakkelijk, maar een liefhebber zal ik nooit worden denk ik. Wat een drukte. Het zien van het proeflokaal van brouwerij ’t IJ was voor mij wel het hoogtepunt in Amsterdam. Ik ken dit biermerk wel, maar het proeflokaal niet. Deze komt dan ook op de lijst van nog een keer te bezoeken. Fietsen door zo’n grote stad gaat altijd langzamer dan je verwacht/hoopt. Stoplichten en ander verkeer houden je op. Daarom ben ik na Amsterdam linea recta naar Haarlem gereden. Langs de N200 ligt een mooi breed fietspad. Grappig genoeg ontmoet ik later in de week iemand die daar regelmatig met een speed pedelec langs gaat. Daarvoor is het inderdaad een prima fietspad.


In Haarlem moest ik even zoeken naar het officiële beginpunt, maar uiteindelijk stond ik dan ook hier op de startlijn: het Rosenstock-Huessy Huis.

Het Rosenstock-Huessy Huis, voorheen het Sint Jacobs Godshuis is al eeuwenlang een pleisterplaats voor de pelgrims op weg naar Santiago de Compostella in Noord-Spanje. Jaarlijks komen honderden mensen, die op weg gaan naar Santiago hun startstempel halen in dit voormalige Godshuis en pelgrimspleisterplaats. "In de afgelopen decennia is de belangstelling voor deze tocht weer sterk gegroeid." (“Santiago de Compostella - Het Rosenstock-Huessy Huis”)


Bij de startplaats werd mij al snel 2 keer een goede reis gewenst door voorbijgangers. Hartstikke leuk. Het leukste vond ik nog wel de mevrouw die haar kleinzoon (neem ik aan) uitlegde wat ik ging doen. België, Frankrijk en Spanje begreep hij niet, maar hij was wel al een keer in Brabant geweest. Hij is op de goede weg. Juist dit soort ontmoetingen maken het leuk.


Vanuit Haarlem kun je kiezen voor een duinvariant of die langs de Leidse Vaart. De duinvariant is een stuk verder en om niet met de planning in de war te komen toch maar langs de vaart. Je volgt die voor ongeveer 20 kilometer. Het is ook één lange rechte lijn, maar helemaal niet saai. Er is genoeg te zien onderweg.


Het volgende stedelijke obstakel was Leiden. Mijn camping, die ik gelukkig gebeld had, lag aan de oostkant. Camping Stochemhoeve is een stads-poldercamping die ontstaan is vanuit het WMO Maatwerk. Wel behoorlijk druk, maar precies genoeg plek voor mij. Na overleg kon ik ergens een schaduwplekje, schuin achter een vouwwagen, krijgen. De voorzieningen voor een trekker als ik zijn geweldig. Een overdekt deel waar je eventueel kunt koken en je telefoon opladen. Een heerlijke locatie met vriendelijke mensen. De mooiste herinnering is wel het gesprek met een jonge moeder, die een baby op de arm had, in de schemer. De baby kon vanwege de warmte en veranderde omgeving niet slapen en werd door de moeder rond gedragen tot Klaas Vaak wel zou komen. We hebben o.a. gesproken over onze zorgen qua huisvesting voor onze kinderen.


Na Leiden fiets je het groene hart van Holland in. Of wat er nog van over is. Tijdens mijn studie lagen er planologische plannen dat het groene hart open en groen moest blijven. Ik heb geen harde cijfers, maar gevoelsmatig zeg ik dat er wel wat vierkante meters groen van zijn afgesnoept. Als je Holland of Nederland zegt dan zeg je ook water. Water moet je overheen. Dat kan met bruggen, maar ook met pontjes. Tussen Leiden en eindpunt Breda heb ik pontjes gehad bij Ouderkerk aan de IJssel, Kinderdijk en Dordrecht. De één wat groter dan de andere, maar het blijft wel leuk.


Tijdens het fietsen van deze tocht droeg ik een fietshelm met daaronder een buff. De helm beschermt bij valpartijen. De buff neemt vocht op en beschermt ook tegen de zon. Eén ding kan nog wel fout gaan en dat zijn steekbeesten. Er is iets mijn helm ingevlogen en dat heeft mij op mijn hoofd gestoken. Wat het was weet ik niet, maar het deed even behoorlijk zeer. Ik moet toch op zoek naar een soort van muskietennet.


Na Dordrecht kwam voor mij de grootste uitdaging van deze week: de Moerdijkbruggen. 1,4 Kilometer fietsen over een hoge kale brug, waarbij links water ligt (meters diep) en rechts het verkeer je tegemoet raast. Dat samen met mijn hoogtevrees, maakte dit voor mij een hachelijke onderneming. Er is echter geen alternatief voor fietsers. Je moet gewoon als je verder wilt. Ik heb het gedaan, maar na de brug heb ik wel in de schaduw zitten bijkomen.


Na de Moerdijkbruggen was het even uitzoeken wat ik ging doen. Helemaal door naar Breda of eerder stoppen op een camping net boven Breda. Ik heb voor het laatste gekozen, omdat ik anders het stuk van de Breda naar de camping dubbel zou moeten fietsen. Breda ligt er volgend jaar ook nog wel. De eerste beste camping (Munnickenheide) was een schot in de roos. Ruimte voldoende, schaduw en prima voorzieningen. Een bijkomstig feit was dat er ook een lokale bierbrouwerij was. Natuurlijk heb er ik ’s avonds één (niet meer, omdat de volgende dag weer gefietst moest worden) geprobeerd. Voor herhaling vatbaar.


Het verste punt was bereikt. Deel 1 van de St Jacobsfietsroute is volbracht. Dan nu de neus weer richting Noord-Nederland richten. De Betuwe was het volgende doel. Het eerste deel van de terugtocht was gek genoeg bekend terrein. Het liep samen met het Hertogenpad. Dat is een lange afstand wandelroute tussen Breda, Hertogenbosch en Roermond. De Loonse en Drunense Duinen worden doorkruist. Een prachtig gebied. Tijdens de koffiestop in het bos werd ik aangesproken door een ouder echtpaar. Het karretje en de vlaggetjes roepen toch vragen op. We hebben gezellig zitten praten over waar ik mee bezig ben. Het echtpaar was zeker 2 decennia ouder dan ik ben, maar nog zeer goed ter been. Ik begreep dat ze regelmatig erop uitgingen op de fietsen. Bewegen is toch goed.



Nadat ik de Engelen had gezien kwam de Betuwe in zicht. Dat betekent ook dijken en in dit geval ook zon. Ik heb het traject over de dijken vergeleken met de Spaanse hoogvlaktes. Geen bescherming tegen de elementen. De eerste poging om de Waal over te steken stranden op een gestremde pont. Door de droogte van de laatste tijd was de waterstand zodanig laag dat het pontje niet meer kon varen. Gelukkig ging die bij Tiel wel. Anders had ik een behoorlijk eind moeten omrijden.


Na Tiel was het klein eindje naar de camping bij Kesteren. Camping ‘Den Ouden Dam’ is een natuurkampeerterrein en ligt rondom een oude Betuwse boerderij onder allerlei fruitbomen. Van de vruchten (eigenlijk het sap) heb ik ’s avonds kunnen genieten. Als je het grootste deel van de dag in zon gefietst hebt dan is de schaduw onder de bomen een welkome afwisseling. Het was rustig op de camping en dat bood mij gelegenheid om eens te kijken wat de eigenaar aan het doen was op het gebied van het voedselbos. Interessante materie.



De laatste etappe was er één van herinneringen en ook venijn. Venijn zit hem nl. in de staart. Vanuit Kesteren via de brug bij Rhenen heb ik de Betuwe verlaten en onderlangs de Grebbeberg gereden naar Wageningen. Mijn oude studentenstad. Ik kon het niet laten om even langs mijn vroegere studentenflat te rijden. De buitenkant ziet er nog hetzelfde uit, maar ik weet dat de flat intern behoorlijk is veranderd. Er schijnen nu alleen buitenlandse studenten in te wonen.


Vanuit Wageningen via Bennenkom en Ede fiets ik de paarse Veluwe op. De heide bloeit mooi. Ook al vond ik hem niet zo paars als ik verwacht had. Het lag misschien aan de warmte. Maar mooi is het wel om er over te rijden.


Na Otterlo kwam er een vervelend stuk naar Hoenderloo. Je moet dan langs de doorgaande weg, omdat het Nationaal Park ertussen ligt, en die weg vond ik erg druk. Dat kwam mogelijk doordat de snelweg Apeldoorn – Arnhem door werkzaamheden is gestremd. Hoenderloo naar Apeldoorn is een eitje. Je gaat grotendeels naar beneden en dat kost bijna geen energie Mooi moment om even de spieren rust te gunnen.

Na Apeldoorn begint een fietsroute over een oude spoorbaan. Je rijdt dan langs Vaassen, Epe, Heerde en Hattem naar Zwolle. Doordat het spoorbaan is is het relatief vlak. Heerlijk terrein. Het was wel verandert ten opzichte van de laatste keer dat ik hier gereden had en daarom ben ik ergens verkeerd gereden. Uiteindelijk ben ik de IJsselbrug gewoon gepasseerd, maar niet op de manier die verwacht had.

Tijdens de lunch onderweg kwam ik een wandelaar tegen met volle bepakking. We hebben even staan praten. Hij was net als ik bezig om te trainen voor een Camino. Alleen ging hij dit jaar nog. Hij wilde lopen van Burgos naar Santiago. Ik heb hem een prettige reis gewenst en veel succes. Eigenlijk had ik moet zeggen: ‘Buen Camino’. Aan die groet moet ik nog wennen.



Zwolle. Een moment voor een langere pauze, want inmiddels zat ik op 100 kilometer. Het vocht aangevuld bij McDonalds, zodat ik de laatste 40 kilometer naar huis ook zou halen. Tegelijkertijd de temperatuur wat naar beneden gebracht door te genieten van de airco.

Nog één keer er tegenaan. 40 Kilometer over dijken en wegen die ik zo goed ken. Thuis staat mijn vrouw en onze lieve hond op mij te wachten. Knuffelen en genieten van het eten wat ze op mijn verzoek heeft gehaald. De tocht zelf heeft ook de zin in een biertje van brouwerij ’t IJ gestimuleerd. Gelukkig had ze er een paar gehaald.

5 Dagen fietsen. Ruim 500 kilometer fietsen. Dagen van meer dan 100 kilometer en temperaturen die boven de 30 graden liggen. Het was een goede generale repetitie. Met de conditie zit het goed. Het materiaal doet wat het moet doen. Nog een paar kleine puntjes op de i zetten, maar ik heb er vertrouwen en vooral zin in.

Reacties

  1. Mooi verslag, goed inkijkje wat je onderweg zoal kunt tegenkomen. Ook leuk te lezen, dat je jezelf de tijd gunt gesprekken met mensen te hebben. Volgend jaar zullen daar waarschijnlijk indrukwekkende ontmoetingen bij komen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hallo, wij wonen in Breda, en nemen het pontje tussen lage Zwaluwe en de Biesbosch als we niet over de brug willen. Google naar voet-fietsveer “ 't Leeuweveerke” voor meer informatie.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Bijna thuus!

Ik vind dat het goed is

Omkeerpunt